Verbreden en verdiepen

null
De vernieuwing zet in op een brede oriënterende eerste graad waar leerlingen de kans krijgen te ontdekken waar hun interesses en hun capaciteiten liggen.

Het gebruik van verdiepingen en verbreding in de leerplannen biedt de mogelijkheid om als leerkracht een leerling te observeren en correct te oriënteren naar de tweede graad.

Verdieping: Wat kan je?

Leerlingen zijn niet gelijk, maar wel gelijkwaardig. Daarom willen lerarenteams alle leerlingen in de eerste graad voldoende uitdagen en tegelijkertijd voldoende ondersteunen. Een van de vele mogelijkheden tot differentiatie zijn verdiepingsdoelen.

Verdiepingsdoelen geven de leerling een duidelijker beeld van:

  • zijn abstractievermogen (= inzicht in de leerstof)
  • in zijn vermogen om met complexe oefeningen en opdrachten om te gaan (= moeilijkheidsgraad)
  • de mate waarin hij autonoom aan de slag kan gaan (= zelfstandigheid)

De verdiepingsdoelen kunnen de delibererende klassenraad op het einde van de eerste graad helpen bij het advies over de finaliteit van een te kiezen studierichting in de tweede graad.

Verbreding: Wat wil je?

De school maakt dat een jongere in contact komt met ‘vreemde’ werelden, ook met zaken die hem niet lijken te interesseren.

In de eerste graad gaat dat over de wereld van taal en wetenschap, de wereld van mensen en dieren, natuur en aarde, ambacht en techniek, religie en levensbeschouwing, beeld en muziek, economie en ecologie, wiskunde en geschiedenis, media en samenleving.

Hoe kunnen lerarenteams weten wat leerlingen interessant vinden? Hoe kan een leraar diepgaande interesse bij een leerling onderscheiden van vluchtige? Hoe weet hij tenslotte of een leerling aanleg heeft om deze interesse verbreden

Op basis van de verdiepingsdoelen geeft  de delibererende klassenraad op het einde van de eerste graad elke leerling advies over een studiedomein en studierichting (= interesse) in de tweede graad.